Afgelopen week vond ik nogal een ronkend persbericht van de Topklasse CV
in mijn mailbox. Veel nieuws stond er niet in. Het ging vooral over
strategische partners, het uitrollen van media-activiteiten en
imago-onderzoeken. Het enthousiasme spatte in ieder geval van het
papier, maar de praktijk laat toch een wat gematigder beeld zien na
bijna twee seizoenen topklasse.
In sportief opzicht is er weinig te klagen. Het niveau en de
aantrekkelijkheid van de wedstrijden is hoog. Bijna alle ploegen spelen
met een positieve opvatting en hebben voldoende spelers met extra
kwaliteiten. Daarnaast is de omvangrijke media-aandacht van vooral de
regionale zenders positief. De schaduwkanten zijn echter ook zichtbaar.
De noodgedwongen landelijke spreiding van clubs als gevolg van de
kennelijk niet te slechten brug tussen zaterdag- en zondagvoetbal is
verre van aantrekkelijk voor spelers en fans. En door de absurde eisen
voor promotie naar de eerste divisie blijft ook het glazen plafond
jammer genoeg voorlopig nog wel even in stand.
Het grootste zorgenkindje voor met name de zondagafdeling is echter de
publieke belangstelling. Werd er vorig seizoen nog een doorsnee per
wedstrijd gehaald van bijna zevenhonderd, dit seizoen komt het
gemiddelde waarschijnlijk uit rond de 550. Een bizar laag gemiddelde
natuurlijk voor de hoogste amateurdivisie. Het is daarbij opvallend dat
bijna alle clubs inleveren ten opzichte van het afgelopen seizoen. Dit
is overigens geen exclusief topklasse-probleem, want op alle niveaus
daalt de belangstelling voor de zondagamateurs jaar na jaar verder.
De oorzaken zijn niet moeilijk aan te wijzen. De concurrentiestrijd met
het betaald voetbal is simpelweg niet te winnen. Zo maar wat cijfers. In
het seizoen ’87-’88 was een gemiddelde eredivisiewedstrijd goed voor
6.800 toeschouwers, het afgelopen seizoen was dat 19.300. Bijna een
verdriedubbeling dus. Het is niet onlogisch dat de belangstelling voor
het amateurvoetbal op zondag bijna omgekeerd evenredig is gedaald. De
definitieve nekslag kwam met de komst van Eredivisie Live. Daar waar
bijvoorbeeld in Engeland op zaterdagmiddag geen live voetbal uit de
Premier League mag worden uitgezonden, heeft de Nederlandse abonnee op
zondagmiddag keus uit drie of vier wedstrijden. Extra cru is het dat het
financieel niet bijster succesvolle kanaal in de benen wordt gehouden
door de KNVB, die de amateurclubs daarmee een bijl in de rug heeft
gezet. Het belang van achttien financieel veelal zwakke BVO’s weegt
kennelijk zwaarder dan dat van bijna tweeduizend (!) clubs met een
standaardteam op zondag. Die zien namelijk hun inkomsten uit recettes en
vooral de broodnodige kantine-inkomsten steeds verder dalen. Misschien
is dát een punt dat de Topklasse CV eens kan agenderen in het overleg
met de bond?
Het is voor zondagclubs dus hoe dan ook zaak om de concurrentie met de
eredivisie te vermijden en daarvoor is feitelijk er maar één optie. De
eerste elftallen moeten gaan spelen op zaterdag, in de middag of vroege
avond. Zal dat gaan gebeuren? Waarschijnlijk niet. Daarvoor is deze
ommezwaai praktisch en cultureel gezien ongetwijfeld te groot voor heel
veel verenigingen. Het zou echter goed zijn als clubs – ieder voor zich –
er eens over zouden gaan nadenken. Veel clubs zijn nu nog gezond,
hebben een uitstekende basis en prima jeugdopleidingen. Maar het gevaar
van de kikker die zich langzaam maar zeer zeker in een pan met water
laat koken ligt op de loer. Als de zondagclubs ook op de langere termijn
gezond willen blijven zullen ze moeten kiezen voor onorthodoxe en
revolutionaire oplossingen.
Artikel verscheen eerder op www.zondaghoofdklasse.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten