woensdag 15 februari 2012

Uit de donkere kamer: Houtrust 1913

Een historische dag in de vroege jaren van het Nederlandse voetbal is zonder enige twijfel 24 maart 1913. Die dag vindt er naar de maatstaven van de jaren tien een heus wonder plaats op de grens van Den Haag en Scheveningen. Op Houtrust wint Oranje die dag voor het eerst van het Engelse nationale team. Een collectief delirium maakt zich meester van de fans en zelfs de pers komt superlatieven tekort.



Ter nuancering: we hebben het hier over het Engelse amateurelftal. Het échte Engelse team haalt de neus op voor duels tegen ontwikkelingslanden als Nederland, zeker nadat continentale toplanden als Oostenrijk en Hongarije kort daarvoor met monsterscores zijn weggevaagd.

Amateurelftal of niet, de euforie er in Nederland niet minder op. Nog maar een paar jaar eerder zijn de Engelse amateurs in Darlington met 12-2 te sterk, dus de verhoudingen tussen de uitvinders van het voetbal en de goedwillende beginnelingen ten oosten van de Noordzee zijn wel duidelijk.

Tot die gedenkwaardige 24e maart is aangebroken. Op basis van een bewonderenswaardige inzet, een groot hart, een fantastisch keepende Just Göbel en veel kunst- en vliegwerk sleept Oranje de 2-1 zege over de finishlijn, dankzij twee treffers van Huug de Groot. Hoe deze zege wordt beleefd is goed af te lezen aan het orgastische commentaar van Leo Lauer (een Theo Koomen avant le lettre) van de Revue der Sporten. Van enige journalistieke distantie is duidelijk geen sprake.

"Ik heb gedanst, gehost, gecancaneerd, gezongen en gejubeld. 't Wil maar niet stil worden daar binnen. Maar 't is me ook een dag geweest! De leermeesters geslagen, de Engelschen geklopt, rood-wit-blauw boven. Holland aan den top. Lezer, lezer, geloof je 't zelf wel recht?"
En dat gaat dan nog een aantal alinea's zo door.

De elf helden van de dag zijn allen spelers uit de gegoede kringen. Zij domineren het voetbal nog in die jaren, maar zullen snel overvleugeld worden door de gewone man, die na de eerste wereldoorlog het heft in handen neemt in voetballand. In 1913 bestaat het Nederlands elftal nog wel uit kandidaat-notarissen, rechtenstudenten en aankomende kinderartsen. De elf zijn: Just Göbel (Vitesse), David Wijnveldt (UD), Leo Bosschart (Quick Den Haag), Joop Boutmy (HBS), Bok de Korver (Sparta), Tonny Kessler (HVV), Piet van der Wolk (Sparta), Willy Westra van Holthe (Achilles Assen), Dé Kessler (HVV), Jan Vos (UVV) en Huug de Groot (Sparta).

Het stadion Houtrust is voor die tijd een behoorlijk imposant stadion, al is deze legendarische wedstrijd de enige keer dat er een interland is gespeeld. Het is tussen 1910 en 1969 thuishonk van HBS, tegenwoordig actief in de Topklasse. Vanaf 1954 wordt het ook bespeeld door profclub Holland Sport, totdat die club in 1971 fuseert met ADO tot FC Den Haag. In 1973 wordt het stadion afgebroken. Anno nu zijn de velden van sv Duindorp op deze historische grond gevestigd. Ook hoofdklasser Scheveningen is bespeler van het sportpark.

Een ijsberende doelman Ronald Brebner ziet 21 spelers aan de overzijde van het veld. Het doel van Oranje wordt belegerd, maar toch houden de elf stand. De 16.000 toeschouwers kijken vol spanning toe hoe het 'wonder van Houtrust' zich voltrekt. 

De foto is afkomstig uit het boek 'Van de Groene Velden' van C.J. Groothoff uit 1947.
Geraadpleegde bronnen: Oranje Toen en Nu deel 1 van Matty Verkamman en Het Stadioncomplex van Ferry Reurink.
Voor wie meer wil weten over de Haagse voetbalgeschiedenis is deze site een aanrader.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten