Wij Twentenaren hebben het niet zo op randstedelijk gebral.
We vinden ze daar al snel arrogant, luidruchtig en schreeuwerig. Dat is
kennelijk nodig om te overleven in die harde jungle die Holland heet. Opkomen
voor jezelf of zo, wij hebben dat niet nodig. Ik zelf vorm geen uitzondering op
die regel. Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg en praat maar zacht dan
praat je al hard genoeg.
Heel af en toe is er een uitzondering op die regel. Dan
roept een Hollander zowaar sympathie op. Wordt arrogantie ineens
zelfverzekerdheid en luidruchtigheid openhartigheid. Niki Terpstra is er zo één.
Geboren in Beverwijk, dus gelukkig al niet echt stads, maar verder het
prototype van de vlot gebekte Randstedeling.
Maar Niki is niet vervelend, Niki is een held. Al een hele
tijd. Als één van de weinigen koos hij niet het pad van de
Rabo-opleidingsploeg, maar stippelde hij zijn eigen weg uit naar de top. Stapje
voor stapje kwam zijn doel dichterbij. Zijn strijdlust en ambitie zijn een lust
voor het oog en de interviews na overwinningen en nederlagen zijn altijd een
genot om naar te luisteren. De twinkeling in de ogen en de bekende
jongensachtige blik als eeuwige metgezel.
De laatste maanden heeft hij definitief de heldenstatus
verworven. Allereerst toen hij na zijn zege in Dwars door Vlaanderen de
nietsvermoedende Renaat Schotte van ‘de Belg’ in een interview trakteerde op
het eerste couplet van een nederpopklassieker (‘Ik dacht verdomd, ik win’). Een
paar weken later deed hij het nog een dunnetjes over en liet hij in
Parijs-Roubaix heel wielerminnend Nederland versteld staan.
We dachten allemaal hetzelfde: verdomd, hij wint!
Verscheen eerder in Twentesport Magazine
Geen opmerkingen:
Een reactie posten